Geschiedenis

“Democratie komt niet uit de lucht vallen”, aldus de voormalig Haagse burgemeester Deetman. Hetzelfde geldt voor een Huis voor democratie en rechtsstaat. Wat ging er vooraf aan het ontstaan van ProDemos – Huis voor democratie en rechtsstaat?

1998: ‘Nationaal Staatkundig Historisch Museum’

De allereerste ideeën voor een educatief centrum over democratie ontstonden in 1998 tijdens de viering van 750 jaar Den Haag. Voormalig D66–raadslid Cathrien van Herwaarden-Canneman pleitte toen al voor een ‘Nationaal Staatkundig Historisch Museum’. In dezelfde periode bedacht een van de voorlopers van ProDemos, het Instituut voor Publiek en Politiek (IPP), nieuwe educatieve activiteiten rond het Binnenhof onder de naam ‘Huis van de democratie’. Ook circuleerde er een idee voor de oprichting van een ‘Centre for E-democracy’.

2001: ‘Huis van de Democratie’

Burgemeester Wim Deetman nodigde de verschillende initiatiefnemers uit om tot een gezamenlijk plan te komen. Dat resulteerde in 2000 in een heus bidbook: een full colour brochure over het toekomstige Huis van de Democratie. Het bidbook beleefde zelfs een tweede druk in 2001.

Deetman belegde besprekingen met de meest betrokken ministeries; langzaam leek de steun voor het initiatief toe te nemen. In het voorjaar van 2002 schaarde het Amsterdamse Rijksmuseum zich als partner achter het plan. Een besluit leek nabij, tot op 16 april van dat jaar het kabinet viel over Srebrenica. De roerige verkiezingen van 2002 en 2003 volgden, waardoor de plannen geleidelijk op een zijspoor belandden.

2004: ‘Centrum voor Geschiedenis en Democratie’

Pas twee jaar later kwam er weer enige schot in de zaak. De minister voor Bestuurlijke Vernieuwing, Thom de Graaf, stelde twee kwartiermakers aan die een besluit moesten voorbereiden. Het ministerie van Onderwijs werkte daaraan mee, met de bedoeling het beoogde Huis samen te voegen met een ander initiatief, de Boulevard van het Actuele Verleden. Dit ‘science-centre voor geschiedenis’ werd voorbereid door Anno, het promotiebureau voor Nederlandse geschiedenis. Anno en het IPP ontwikkelden daarna het concept voor een Centrum voor Geschiedenis en Democratie (CGD). Een besluit daarover leek dichtbij, tot minister De Graaf op 23 maart 2005 aftrad na het sneuvelen van zijn wetsvoorstel voor de gekozen burgemeester.

2006: Nationaal Historisch Museum

Zijn opvolger Alexander Pechtold pakte de draad weer op. Samen met de minister van Onderwijs, Maria van der Hoeven, stelde hij de Tweede Kamer op 22 juni 2006 voor om alsnog het CGD op te richten en om op korte termijn met enkele proefprojecten te starten, waaronder het educatieve programma De HaagseTribune.

SP-leider Jan Marijnissen en CDA-voorman Maxime Verhagen grepen het debat aan om in een motie de komst van een Nationaal Historisch Museum te bepleiten. Met succes. Het onderdeel Democratie verdween buiten beeld, geld voor proefprojecten was van de baan. Voor het IPP was dat de directe aanleiding om binnen de eigen begroting een kleinschalige start te maken met De Haagse Tribune: een educatieve dag in Den Haag voor het voortgezet onderwijs. Daarmee kon het IPP in de praktijk laten zien wat een Huis van de Democratie zou kunnen bieden. Het Haags Historisch Museum maakte het programma mogelijkdoor ruimte beschikbaar te stellen. De beschikbare plaatsen voor het hele schooljaar waren binnen een paar dagen vergeven.

Comité Historische Vergissing

De nieuwe minister van Onderwijs, Ronald Plasterk, bereidde een besluit voor over de locatie van het Nationaal Historisch Museum. Amsterdam, Arnhem en Den Haag waren in de race. De keuze voor Arnhem betekende een grote teleurstelling voor de Hofstad. Vrijwel direct werd in de zomer van 2007 het Comité Historische Vergissing opgericht, door prominente Hagenaars onder voorzitterschap van Henk Grootveld. Het comité kwam al snel tot de conclusie dat het museum voor Den Haag verloren was, maar dat dit juist ruimte bood voor een Huis van de Democratie in Den Haag. Om dit pleidooi te onderstrepen werd een stichting met die naam opgericht, met in het bestuur een oude bekende, Cathrien van Herwaarden-Canneman, initiatiefnemer van het eerste uur.

2007: ‘Huis van de Democratie’

Het IPP breidde de programma’s van De Haagse Tribune verder uit, van ruim 2.000 leerlingen in het eerste schooljaar naar rond de 7.000 in het schooljaar 2007–2008. In de Tweede Kamer pleitten de leden Schinkelshoek (CDA) en Heijnen (PvdA) voor de komst van een ‘Huis van de Democratie’. Een ruime Kamermeerderheid steunde de motie-Heijnen die daarvoor pleitte. Tegen deze achtergrond lieten burgemeester Deetman en minister van Binnenlandse Zaken Guusje ter Horst in het najaar van 2007 een visiedocument over het Huis van de Democratie opstellen. Op basis van een reeks gesprekken schreven Nel van Dijk en Eddy Habben Jansen vanuit het IPP dit document samen met Wim van der Weiden, die eerder een vergelijkbare visie voor het Nationaal Historisch Museum schreef.

9 mei 2008: Huis voor democratie en rechtsstaat

In de ministerraad van 9 mei 2008 was het zover. Aan het eind van de middag verscheen een persbericht: ‘In de loop van het schooljaar 2008/2009 begint het Huis voor democratie en rechtsstaat vanaf een voorlopige locatie en op internet.’ Een week later stuurde minister Ter Horst hierover een brief naar de Tweede Kamer. Het voorstel kon rekenen op instemming vanuit de Tweede Kamer, zoals bleek tijdens het algemeen overleg van 12 juni 2008. Er werd een stuurgroep gevormd met de voorzitters van beide Kamers van het parlement en de burgemeester van Den Haag, onder voorzitterschap van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Deze stuurgroep liet een uitgebreide projectbeschrijving opstellen, die de minister op 12 maart 2009 naar de Tweede Kamer stuurde.

2010: oprichting van het Huis

Op 30 september 2010 was het zover: de nieuwe stichting Huis voor democratie en rechtsstaat werd opgericht. Het Instituut voor Publiek en Politiek (IPP) en de Stichting Bezoekerscentrum Binnenhof (SBB) fuseerden met de nieuwe stichting en zijn sindsdien een onderdeel van het Huis. Een officiële opening werd voorbereid.

15 september 2011: ProDemos – Huis voor democratie en rechtsstaat

Op 15 september 2011 werd ProDemos – Huis voor democratie en rechtsstaat officieel geopend, niet toevallig was dat ook de Internationale Dag van de Democratie. Kars Veling, toenmalig directeur van ProDemos, noemde het een vliegende start: “We openen ProDemos officieel op 15 september, maar we beginnen beslist niet vanuit stilstand.”

Als een huis

Over de totstandkoming van ProDemos is in 2018 een boekje geschreven dor Sandra Rottenberg: Als een huis, 15 jaar bouwen aan ProDemos – Huis voor democratie en rechtsstaat. Dit ter gelegenheid van het afscheid van Wim Deetman als eerste voorzitter van de raad van toezicht van ProDemos.